De naam “levend lab” zegt het al; we weten nog niet precies wat uit het proces gaat komen. Maar net als in een “echt lab” gaan we op een kennisgebaseerde en objectieve manier te werk. Hieronder wordt toegelicht hoe deze werkwijze er uit ziet.
Een grote valkuil bij het oplossen van complexe maatschappelijke vraagstukken is dat we geneigd zijn te veel vanuit het hier en nu te denken. We laten ons te veel sturen door wat er op dit moment wel en niet kan terwijl de hindernis die we voor ogen hebben misschien over een tijdje al niet meer bestaat. Denk bijvoorbeeld aan regelgeving die aan verandering onderhevig is, beschikbare financiële middelen of nieuwe technologieën die bepaalde ontwikkelingen mogelijk maken. Zonde om dan je ambities voor het eindplaatje op te geven. Je krijgt zo nooit wat je echt wilt. Het is daarom beter om aan het begin van het proces eerst breed gedragen zoals "kernwaarden" vast te stellen die we met z’n allen belangrijk vinden. Deze “kernwaarden” gebruiken we later als ontwerpprincipes om de De Hooge Vorssel verder vorm te geven. Wat past daar en wat niet. Naar aanleiding van een eerste bijeenkomst met betrokken burgers en bedrijven in De Pas (18 januari 2023) ziet het er voor De Hooge Vorssel er naar uit dat o.a. Duurzaamheid, Biodiversiteit, Meervoudig recreatief gebruik en Cultuurhistorie belangrijke kernwaarden/ontwerpprincipes . De precieze definitie van elk van deze termen wordt nog verder uitgewerkt en met u gecommuniceerd.
Nadat we de ontwerpprincipes van een succesvolle Hooge Vorssel in de toekomst (c. 20-30 jaar) hebben vastgesteld verplaatsen we ons weer in het hier en nu en proberen we kleine stapjes te definiëren die ons in de loop van de tijd dichter bij het streefbeeld brengen. Deze stapjes kunnen betrekking hebben op waar en hoe we recreëren, hoe we de biodiversiteit gaan vergroten en hoe het ondernemersbelang op een billijke wijze kan worden gewaarborgd. Figuur 1 illustreert het hier beschreven proces.
Fig 1 De marsroute die in het levend lab De Hooge Vorssel wordt gehanteerd. Deze marsroute helpt ons om discussies te structureren en mogelijke acties en initiatieven te prioriteren. De A stap (Awareness & Visioning) heeft met name betrekking op het formuleren van kernwaarden die kenmerkend zijn voor het streefbeeld en die als ontwerpprincipes gebruikt gaan worden voor de gebiedsvisie en de verdere invulling van het gebied. De B stap (Baseline analysis) heeft betrekking op het verzamelen van relevante kennis en inzichten voor De Hooge Vorssel en deze te ontsluiten voor alle betrokkenen. We moeten immers goede kennis hebben van de huidige situatie om over de toekomstmogelijkheden te kunnen praten. De C stap (Creative solutions) gaat over het verzamelen van alle mogelijke initiatieven en ruimtelijke ontwikkelingen die ons dichter bij de realisatie van het streefbeeld van De Hooge Vorssel brengen. Tenslotte gaat D stap (Decide on priorities) over het prioriteren van alle mogelijke acties en initiatieven die tijdens het proces op tafel komen te liggen (ABCD marsroute ontleend aan The Natural Step).
Merk op dat de kleine stapjes in Figuur 1 niet op een kaarsrechte lijn richting het gewenste eindplaatje liggen. Dat komt omdat we door omstandigheden soms een kleine zijstap moeten maken. Denk aan tijdelijke oplossingsrichtingen die een bepaald bedrijf- of natuurbelang behartigen maar later weer worden ingeruild voor een meer duurzame, permanente stap. Zo’n tijdelijke stap kan alleen maar als deze omkeerbaar is. Voorbeeld: een tijdelijke verlegging van een stuk van de golfbaan wat later door een grondruil weer tenietgedaan kan worden is een omkeerbare actie. De bouw van een aantal stenen villa’s niet. Dus bij omkeerbare ingrepen kunnen we een tijdelijke afwijking van de door ons vastgestelde kernwaarden wel permitteren. Met permanente ingrepen niet.
In alle gevallen is het van belang om de vastgestelde ontwerpprincipes als stip op de horizon goed voor ogen te houden. Zij vormen als het ware ons kompas te kunnen vaststellen welke initiatieven gaan bijdragen om ons streefbeeld van De Hooge Vorssel te realiseren en welke niet.
U kunt zich voorstellen dat er tijdens de werking van het “levend lab” er nogal wat mogelijke initiatieven en ontwikkelingen op tafel komen (de kleine stapjes). Hoe kunnen we daar nu in prioriteren? Wat moet eerst en wat moet volgen?
Dat prioriteren gebeurt in de D stap van het proces (Fig 1 “Decide on priorities”). Er zijn een drietal vragen die we kunnen stellen die ons helpen bij het prioriteren. De eerste vraag moet een antwoord geven of het opkomend initiatief of ontwikkeling bijdraagt om de vastgestelde kernwaarden van De Hooge Vorssel te realiseren. Zo ja, dat staat het licht op groen. Zo niet én heeft de ingreep een permanent karakter dan kunnen we er maar beter niet aan beginnen omdat ons dat niet gaat helpen om van De Hooge Vorssel een succes te maken. De tweede vraag heeft te maken met de tijdelijke oplossingen die hierboven zijn beschreven. Soms draagt een initiatief niet direct bij aan het realiseren van het streefbeeld maar kan het een tijdelijke oplossing van een aantal jaren bieden om bepaalde recreatieve, bedrijfs-economische of natuur -en milieudoelen te halen. Een soort zijstapje dus. Een dergelijk initiatief zou een plek kunnen krijgen op De Hooge Vorssel.
De derde en laatste vraag heeft te maken met “return on investment” of te wel “wat levert het ons op en kunnen we het ons permitteren?”. Is het geld om het initiatief te realiseren beschikbaar of moet het idee nog eerst even in de koelkast totdat de beschikbare middelen zijn vrijgekomen. Beantwoording van deze drie vragen bij elk opkomend initiatief/ontwikkeling kan het gemeentebestuur helpen om een programma van acties voor de komende jaren vast te stellen.